Subrata, een jonge bankbediende, worstelt om zijn enorme familie met een mager salaris te onderhouden. Hij koestert zijn overtuiging dat 'de enige plaats van een vrouw die tussen met haar kookpotten is'. Hij is dan ook geschokt wanneer zijn vrouw Arati een baan aanneemt net op het moment dat hij het risico loopt de zijne te verliezen. De hele gezinsdynamiek staat op zijn kop, juist op een moment waarop ook India, net onafhankelijk, een grote verandering doormaakt. Arati bloeit al snel op in haar baan als huis-aan-huisverkoper van naaimachines, maar haar man en kinderen beginnen zich te ergeren aan haar nieuwe verantwoordelijkheden en de tijd die ze buitenshuis doorbrengt.